INHOUD |
---|
1. | Speelveld |
---|---|
Meer details betreffende speelveld en uitrusting zijn opgenomen in de Technische specificaties. Daar zijn tevens tekeningen opgenomen van het speelveld, het doel en de stick.
| |
1.1 | Het speelveld is rechthoekig, tussen 36,00 en 44,00 meter lang en tussen 18,00 en 22,00 meter breed. |
1.2 | Zijbalken markeren de lange buitenzijden; achterlijnen markeren de korte buitenzijden van het veld. |
1.3 | De doellijnen zijn de delen van de achterlijnen die zich tussen de twee doelpalen bevinden. |
1.4 | Een middenlijn is over de breedte van het speelveld getrokken. |
1.5 | Met cirkels worden de gebieden bedoeld die zich in het veld, centraal ten opzichte van de achterlijn, rond het doel bevinden. |
1.6 |
Een strafbalstip met een diameter van 100 mm is aangebracht recht voor elk doel, met het midden van de stip op 7,00 meter van de
binnenzijde van de doellijn.
KNHB: indien een vloer is voorzien van een strafbalstreep in plaats van een stip geldt het midden van deze streep als plaats voor het nemen van een strafbal.
|
1.7 | Alle lijnen zijn 50 mm breed en maken deel uit van het speelveld. |
1.8 |
Doelen staan buiten het speelveld in het midden van elke achterlijn, tegen de achterlijn. Er mogen geen uitrustingsstukken of andere dingen zoals maskers, handschoenen, handdoeken, flessen etc. in het doel
liggen.
KNHB: bij het speelveld moeten twee teambanken staan, één voor elk van de teams, plaats biedende aan 10 personen. Voorts moet een wedstrijdtafel worden geplaatst met zitruimte voor de tijdopnemer en voor tijdelijk uit het veld gezonden spelers (strafbank). Wedstrijdtafel en teambanken moeten worden geplaatst aan één zijde van het speelveld, op minimaal 1 meter buiten de zijbalk en maximaal 10 meter terweerszijden van de middenlijn.
Elk team moet gebruikmaken van de bank die het dichtst staat bij het doel dat het team verdedigt; in de pauze wisselen de teams dus van bank.
Op of bij de wedstrijdtafel moet een duidelijk zichtbaar scorebord zijn geplaatst; het is wenselijk dat een wedstrijdklok vanaf de wedstrijdtafel kan worden bediend.
|
2. | Samenstelling van teams |
---|---|
2.1 |
Een wedstrijd wordt gespeeld tussen twee teams, elk met niet meer dan zes spelers tegelijk in het speelveld.
Als een team meer dan het toegestane aantal spelers in het veld heeft staan wordt de tijd stilgezet om dit te corrigeren. De aanvoerder van het betrokken team krijgt een persoonlijke straf. Beslissingen die genomen zijn voordat de tijd werd stilgezet kunnen niet teruggedraaid of veranderd worden. De wedstrijd wordt hervat met een strafcorner voor het team dat niet met te veel spelers speelde.
KNHB: bij de aanvang van een bondswedstrijd moeten er per team ten minste vier speelgerechtigde spelers in het speelveld zijn. Als gedurende een wedstrijd een team uit minder dan vier spelers komt te bestaan wordt de wedstrijd voortgezet.
KNHB: voor de aanvang van een bondswedstrijd moet een digitaal wedstrijdformulier, met daarop ingevuld de namen van de (ten hoogste twaalf) spelers van beide teams, worden overhandigd aan de scheids-rechters of aan de zaalleiding. Alleen op dat formulier vermelde spelers mogen in het speelveld komen en/of op de teambank plaatsnemen. Wisselspelers moeten op de teambank zitten. Tijdens de wedstrijd kunnen geen namen op het formulier worden gewijzigd, maar niet-standaardteams kunnen tot het maximale aantal van 12 spelers is bereikt, nieuwe spelers voor vermelding op het formulier aanmelden bij de scheidsrechters.
KNHB: aan een team mogen in bondswedstrijden ten hoogste vier teambegeleiders (coaches, verzorgers) worden toegevoegd. Hun plaats is de teambank van hun partij.
Deze teambegeleiders staan onder het gezag van de scheidsrechters en de bepalingen van de spelregels zijn op hen van toepassing. Door het aanvaarden van zo’n functie, dan wel het gevolg geven aan een aanwijzing als teambegeleider aanvaardt de betrokkene de verplichting tot het naleven van de bepalingen van de reglementen van de hockeybond.
|
2.2 |
Elk team moet tijdens de wedstrijd steeds een doelverdediger of een speler met de rechten van een doelverdediger in het speelveld hebben.
|
2.3 |
Elk team mag wisselen met de spelers die niet in het veld staan.
|
2.4 | Veldspelers die het veld verlaten voor de behandeling van een blessure, om te drinken, om uitrusting te wisselen of te veranderen, of om enige andere reden dan voor een wissel, mogen alleen binnen 3 meter van de middenlijn aan de zijde van het veld waar wordt gewisseld, weer het veld in komen. Het verlaten en betreden van het veld als onderdeel van het spel (bijv. wanneer een verdediger bij een strafcorner een masker opzet) vindt plaats op elke geschikte plek van het veld. |
2.5 |
Niemand anders dan veldspelers, doelverdedigers en scheidsrechters mag zich tijdens de wedstrijd zonder toestemming van een scheidsrechter binnen het speelveld bevinden.
KNHB: teambegeleiders mogen tijdens de wedstrijd alleen na toestemming van de scheidsrechters in het speelveld komen.
|
2.6 | Spelers binnen en buiten het veld staan gedurende de gehele wedstrijd, dus ook tijdens de pauze, onder het gezag van de scheidsrechters. Dit geldt ook voor de teambegeleiding. |
2.7 | Een speler die geblesseerd is of bloedt moet het veld verlaten, tenzij medische redenen dit belemmeren, en mag niet terugkeren voordat zijn verwonding is verbonden. Spelers mogen geen kleding met bloedvlekken dragen. |
2.8 |
KNHB: bij een ongeluk of ander bijzonder voorval kunnen de scheidsrechters de wedstrijd onderbreken. Bij een onderbreking in een bondswedstrijd gelden de volgende bepalingen:
|
3 | Aanvoerders |
---|---|
3.1 | Eén speler van elk team moet zijn aangewezen als aanvoerder. |
3.2 | Indien de aanvoerder uit het veld wordt gezonden, dient er een vervangende aanvoerder te worden aangewezen. |
3.3 | Aanvoerders zijn verplicht een onderscheidende armband of een ander onderscheidend teken te dragen aan bovenarm of schouder of om de kous, direct onder de knie. |
3.4 |
Aanvoerders zijn tevens verantwoordelijk voor het gedrag van alle spelers van hun team en moeten er voor zorgen dat wissels van hun team correct worden uitgevoerd.
KNHB: aanvoerders zijn tevens verantwoordelijk voor het gedrag van alle teambegeleiders van hun team tijdens een wedstrijd.
Als een team verkeerd wisselt, wordt een strafcorner toegekend.
Een persoonlijke straf wordt toegekend tegen een aanvoerder die zijn verantwoordelijkheden niet nakomt.
KNHB: aanvoerders dragen namens hun vereniging ook verantwoordelijkheid voor de correcte invulling en afhandeling van het wedstrijdformulier.
|
4 | Kleding en uitrusting van spelers |
---|---|
De KNHB heeft voor bondswedstrijden de bepalingen voor het tenue van wedstrijddeelnemers, persoonlijke uitrusting en reclame vastgelegd in het bondsreglement.
Het dragen van schoeisel met afgevende zolen en kledinguitrusting die beschadigingen aan de vloeren kan veroorzaken, zoals metalen gespen, zijn verboden. Deelnemers dienen bovendien aanvullende voorschriften van wedstrijdleiding en/of accommodatiebeheerder op te volgen.
| |
4.1 |
Veldspelers van een team moeten een uniform tenue dragen.
KNHB: in bondswedstrijden is spelen in het standaardtenue van de vereniging verplicht, maar als verwarring is te verwachten, dienen de spelers van het bezoekende team hun tenue aan te passen.
KNHB: spelers uitkomende in wedstrijden in de standaardklassen, de interdistrictcompetities en de hoogste competitieklassen A/B-jeugd, dienen een duidelijk rugnummer te dragen. In een team mag niet tweemaal hetzelfde rugnummer worden gebruikt.
|
4.2 |
Spelers mogen niets dragen dat gevaarlijk kan zijn voor andere spelers.
Het is veldspelers toegestaan beschermende handschoenen te dragen, mits deze de natuurlijke grootte van de hand niet aanmerkelijk vergroten. Handschoenen die worden gebruikt tijdens het normale spel en/of tijdens het verdedigen van de strafcorner mogen een maximale afmeting hebben van lengte 290 mm x breedte 180 mm x hoogte 110 mm.
Veldspelers en doelverdedigers die zonder beenbeschermers (legguards) spelen dienen scheen- en enkelbeschermers te gebruiken; veldspelers dienen een mondbeschermer te gebruiken.
KNHB: spelers kunnen uitsluitend om medische redenen ontheffing aanvragen bij de KNHB. Spelers dienen op verzoek van de scheidsrechters de schriftelijke ontheffing van de KNHB te tonen.
Het is veldspelers toegestaan om bij het verdedigen van een strafcorner een glad masker te dragen dat transparant, wit, of enkel van kleur is en dat aansluit bij de vormen van het gezicht, zolang de strafcorner duurt en zolang de verdediger zich in zijn eigen cirkel bevindt.
Het is veldspelers toegestaan om tijdens het verdedigen van een strafcorner kniebescherming te dragen, mits deze onder de sokken wordt gedragen of dezelfde kleur heeft als de sokken.
KNHB-experiment: het is veldspelers toegestaan om, alleen om medische redenen die door de KNHB zijn goedgekeurd, een glad en bij voorkeur transparant, wit of egaal donker masker te dragen dat aansluit op de vormen van het gezicht, of zachte hoofdbescherming of oogbescherming in de vorm van een beschermende bril (met zacht materiaal over het frame). Spelers dienen op verzoek van de scheids- rechters de schriftelijke toestemming van de KNHB voor het dragen van dit masker te tonen.
Het is veldspelers niet toegestaan om in andere omstandigheden hoofdbescherming (masker, helm of andere bescherming) te dragen.
|
4.3 |
Doelverdedigers en veldspelers die de rechten hebben van een doelverdediger (de ‘vliegende keep’) moeten een shirt of kledingstuk dragen dat in kleur duidelijk afwijkt van beide teams.
Doelverdedigers (die spelen met beschermende uitrusting) moeten dit shirt of kledingstuk over de bescherming van hun bovenlichaam dragen. Elleboogbescherming hoeft niet onder een kledingstuk te worden gedragen.
|
4.4 |
Doelverdedigers zijn verplicht om tijdens wedstrijden gebruik te maken van beschermende uitrusting bestaande uit minimaal hoofdbescherming, beenbeschermers (legguards) en klompen. De hoofdbescherming en de eventuele handbeschermers mogen worden afgedaan als de doelverdediger zelf een strafbal gaat nemen.
Als hoofdbescherming wordt een complete helm, die het gehele hoofd omvat, met een vast masker voor het gehele gezicht en bescherming van de keel, aanbevolen.
De volgende uitrustingsstukken mogen uitsluitend gebruikt worden door doelverdedigers die gekozen hebben voor de optie om volledig beschermende uitrusting te dragen: bescherming voor lichaam, bovenarm, elleboog, onderarm, hand en dijbeen, beenbeschermers (legguards) en klompen.
|
4.5 | Een veldspeler met de rechten van een doelverdediger mag hoofdbescherming dragen op de helft waar zijn team verdedigt. Het dragen van hoofdbescherming is verplicht bij de verdediging van een strafcorner of strafbal. |
4.6 | Kleding en beschermende uitrusting die de natuurlijke omvang van het lichaam van de doelverdediger of de te beschermen delen van zijn lichaam aanzienlijk vergroten of verbreden, zijn niet toegestaan (zie ook hoofdstuk Technische specificaties, artikel 4 op pagina 68). |
4.7 |
De stick heeft een traditionele vorm, met een steel en een gebogen haak, die aan de linkerzijde plat is:
|
4.8 |
De bal is hard, wit (of een andere overeengekomen kleur die afwijkt van de speelvloer) en rond.
Precieze bepalingen betreffende de stick en de bal zijn opgenomen in de Technische specificaties.
|
5 | Wedstrijd en resultaat |
---|---|
5.1 |
Een wedstrijd bestaat uit twee helften van 20 minuten en een pauze van maximaal 5 minuten.
Teams kunnen andere afspraken maken over de duur van de wedstrijd en de pauze, maar moeten vaste regels en afspraken van de KNHB of de organisatoren van competities, toernooien en wedstrijden in acht nemen.
Als de totale speeltijd wordt voltooid voordat de scheidsrechter een beslissing kan nemen die volgt op een overtreding die vlak voor het einde van de lopende helft plaatsvond, geldt dat de bestraffing nog kan worden opgelegd.
Indien aan het eind van een speelhelft een situatie ontstaat waarbij de scheidsrechters overleg willen plegen en eventueel de laatste beslissing willen wijzigen, is dit ook mogelijk indien het eindsignaal al is gegeven. Dit overleg dient onmiddellijk na de beslissing plaats te vinden. De scheidsrechters signaleren vervolgens duidelijk wat het resultaat is van hun overleg.
|
5.2 |
Een time-out:
KNHB: een time-out is alleen van toepassing in competities die daarvoor speciaal door de KNHB zijn aangewezen.
|
5.3 |
Het team dat de meeste doelpunten heeft gescoord, is de winnaar van de wedstrijd; als er geen doelpunten zijn gescoord of als de teams een gelijk aantal doelpunten hebben gemaakt, is de wedstrijd in een gelijkspel geëindigd.
KNHB: bepalingen over een shootoutserie als manier om tot een beslissing te komen in een wedstrijd die in een gelijkspel is geëindigd, staan in het bondsreglement.
|
6 | Begin en hervatting van de wedstrijd |
---|---|
6.1 |
Voor aanvang van de wedstrijd wordt getost:
|
6.2 | De richting waarin teams spelen wordt omgekeerd in de tweede helft van de wedstrijd. |
6.3 |
Een beginpush wordt genomen:
|
6.4 |
Uitvoering van de beginpush:
|
6.5 |
Een bully wordt genomen om het spel te hervatten wanneer de wedstrijd is onderbroken wegens een blessure of enig andere reden, waarbij geen straf wordt opgelegd:
|
6.6 | Als een strafbal is genomen en daaruit geen doelpunt is gescoord, wordt het spel hervat door een verdediger, 9.10 meter voor het midden van de doellijn; voor zo’n hervatting zijn de bepalingen voor het nemen van een vrije push van toepassing. |
7 | Bal buiten het speelveld |
---|---|
7.1 | De bal is buiten het speelveld wanneer hij in zijn geheel over een zijbalk of achterlijn is gegaan. |
7.2 | Een speler van het team dat niet als laatste de bal aanraakte voordat deze buiten het speelveld kwam, mag het spel hervatten. |
7.3 |
Wanneer de bal over een zijbalk gaat:
|
7.4 |
Wanneer een bal over de achterlijn wordt gespeeld en er geen doelpunt is gescoord, geldt:
|
8 | Scoren van doelpunten |
---|---|
8.1 |
Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal, nadat hij binnen de cirkel door een aanvaller is gespeeld en daarna niet meer buiten de cirkel is gekomen, in zijn geheel over de doellijn en onder de doellat gaat.
Spelen van de bal door een verdediger voor of nadat die door een aanvaller in de cirkel is geraakt, is hierop niet van invloed.
|
9 | Spelregels: alle spelers |
---|---|
Spelers worden geacht zich steeds beheerst en sportief te gedragen. | |
9.1 | Een wedstrijd wordt gespeeld tussen twee teams, elk met niet meer dan 6 spelers tegelijk in het speelveld. |
9.2 | Spelers die in het veld zijn moeten hun stick in de hand hebben; zij mogen hun stick in het spel niet op een gevaarlijke, bedreigende of intimiderende manier gebruiken. |
9.3 | Spelers mogen tegenspelers niet hinderen of in hun spel belemmeren door hen of hun sticks of kleding vast te pakken of aan te raken. |
9.4 | Spelers mogen een andere speler niet intimideren of het spelen verhinderen. |
9.5 | Spelers mogen de bal niet slaan. |
9.6 | Spelers mogen de bal niet met de achterkant van hun stick (de bolle kant) spelen. |
9.7 |
Spelers mogen de bal met geen enkel deel van de stick spelen wanneer de bal boven schouderhoogte is, maar verdedigers mogen een schot op doel met hun stick op elke gewenste hoogte stoppen of laten afkaatsen.
Een verdediger die een schot op doel tegenhoudt moet niet bestraft worden indien hij zijn stick niet geheel stil houdt of deze naar de bal beweegt in een poging de bal te stoppen of te laten afkaatsen. Alleen wanneer hij de bal daadwerkelijk wegslaat en hiermee een doelpunt voorkomt, moet een strafbal worden toegekend. Een poging van een verdediger om een hoog schot op doel te stoppen of van richting te veranderen, terwijl dit in werkelijkheid kennelijk “naast of over” zal gaan, moet worden bestraft met een strafcorner en niet met een strafbal. Bij gevaarlijk spel voortkomend uit een geoorloofde stoppoging moet ook een strafcorner worden toegekend.
|
9.8 |
Spelers mogen de bal niet spelen op een wijze die gevaarlijk, bedreigend of intimiderend is of tot gevaarlijk spel kan leiden.
Een bal wordt in ieder geval als gevaarlijk beschouwd wanneer deze leidt tot een terecht ontwijkende reactie van andere spelers.
De straf wordt opgelegd op de plaats waar het gevaarlijk spel ontstond.
Het opzettelijk én hard spelen van de bal richting de stick, voeten of handen van een tegenstander die klaar staat om de bal te stoppen is gevaarlijk en kan leiden tot blessures. Ook de actie om de bal aan te nemen, vervolgens te draaien en trachten de bal door een dichtbij staande verdediger die probeert de bal te spelen is gevaarlijk. Beide acties dienen te worden bestraft. Daarbij kan een persoonlijke straf tegen de overtreder op zijn plaats zijn.
|
9.9 |
Spelers mogen de bal niet van de grond omhoog spelen, behalve bij een schot op doel.
Het is geen overtreding als de bal zonder opzet minder dan 100 mm van de grond komt, tenzij de tegenstander hierdoor de bal niet rechtmatig kan spelen of een actie kan inzetten (tackle).
|
9.10 |
Spelers mogen de bal niet spelen wanneer deze in de lucht is, maar spelers van het team dat de bal niet omhoog bracht, mogen de bal wel stoppen.
Indien de bal na een hoog schot op doel afstuit van de doelverdediger, de doelpaal of de doellat mag ook een verdediger de bal stoppen.
|
9.11 |
Veldspelers mogen de bal niet stoppen, schoppen, oppakken, met zich meedragen, gooien of voortbewegen met welk deel van het lichaam dan ook.
Het is niet altijd een overtreding wanneer de bal tegen de voet, hand of het lichaam van een veldspeler aankomt. De speler begaat alleen een overtreding als zijn team voordeel haalt uit het feit dat de bal met de hand, voet of het lichaam wordt gespeeld.
Er is geen sprake van een overtreding wanneer de bal de hand raakt die de stick vasthoudt als hij anders de stick geraakt zou hebben.
|
9.12 | Spelers mogen de bal niet spelen als zij liggen of met een knie, arm of hand (anders dan de hand die de stick vasthoudt) de grond aanraken. |
9.13 |
Spelers mogen een tegenstander die probeert de bal te spelen, niet blokkeren of het pad naar de bal versperren (afhouden).
Spelers houden af wanneer zij:
Een stilstaande speler die de bal ontvangt, mag daarbij opgesteld staan op iedere manier die hij wenst.
Een speler die balbezit heeft, mag zich met de bal in alle richtingen verplaatsen, mits hij niet tegen een tegenstander oploopt of zich plaatst tussen de bal en de tegenstander als deze én binnen speelafstand van de bal is én probeert om de bal te spelen.
Een speler die voor een tegenstander langs loopt of hem blokkeert en hem daardoor belemmert om de bal te (gaan) spelen, houdt af (indirect afhouden of shadow obstruction). Dit geldt ook als bij een strafcorner een aanvaller voor verdedigers (inclusief de doelverdediger) langs loopt of hen blokkeert of hindert.
|
9.14 |
Spelers mogen niet proberen een tegenstander de bal te ontnemen (tackle) als zij de bal niet kunnen spelen zonder lichaamscontact.
Sliding tackles en andere fysieke acties van veldspelers, waarbij een tegenstander wordt gevloerd en waarbij het gevaar op blessures bestaat dienen met de juiste spelstraf en persoonlijke straf te worden bestraft.
|
9.15 | Spelers mogen niet opzettelijk in het doel dat hun tegenstanders verdedigen komen, of opzettelijk achter een doel langslopen. |
9.16 | Spelers mogen hun stick niet ruilen tussen toekennen en voltooien van een strafcorner of een strafbal, tenzij deze stick niet meer aan de specificaties voldoet. |
9.17 |
Spelers mogen geen voorwerpen of uitrustingsstukken op het veld, naar de bal of naar een speler, scheidsrechter of andere persoon gooien.
Indien na een strafcorner de bal weggegooide uitrustingsstukken raakt zoals een handschoen, kniebeschermer of masker wordt een vrije push gegeven indien dit buiten de cirkel gebeurt en een strafcorner wanneer dit binnen de cirkel gebeurt.
|
9.18 | Spelers mogen het spel niet vertragen om daardoor voordeel te behalen (tijdrekken). |
9.19 |
Spelers mogen de bal niet opzettelijk tegen de balk duwen of klemmen. Een speler die in balbezit is mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de zijbalk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waardoor de bal kan worden gespeeld.
Scheidsrechters onderbreken het spel voor een bully indien de bal geklemd zit tussen de sticks van spelers of onopzettelijk tegen de balk wordt geklemd. Opzettelijk klemmen van de bal tegen de balk moet worden gezien als opzettelijke overtreding en ook zodanig worden bestraft. Tevens dienen spelers die opzettelijk de bal proberen te klemmen tegen de stick van een tegenstander te worden bestraft en niet te worden ‘beloond’ met een bully.
|
10 | Spelregels: doelverdedigers en veldspelers met rechten van een doelverdediger |
---|---|
10.1 |
Doelverdedigers die beschermende uitrusting dragen die minimaal bestaat uit hoofdbescherming, beenbeschermers (legguards) en klompen, mogen tijdens de wedstrijd niet buiten hun eigen speelhelft aan het spel deelnemen, behalve om zelf een strafbal te nemen.
Deze doelverdediger moet hoofdbescherming dragen en mag deze alleen afzetten als hij een strafbal gaat nemen.
|
10.2 |
Veldspelers met de rechten van een doelverdediger mogen met hoofdbescherming op tijdens de wedstrijd niet buiten hun eigen speelhelft aan het spel deelnemen, maar mogen zonder hoofdbescherming over het gehele veld spelen.
Een veldspeler met de rechten van een doelverdediger moet
hoofdbescherming dragen wanneer hij een strafcorner of strafbal verdedigt.
|
10.3 |
Wanneer de bal binnen hun cirkel is en zij hun stick in de hand hebben:
|
10.4 | Doelverdedigers en veldspelers met de rechten van een doelverdediger mogen niet op de bal liggen. |
10.5 |
Wanneer de bal buiten hun cirkel is, mogen doelverdedigers en veldspelers met de rechten van een doelverdediger de bal alleen met hun stick spelen.
Een veldspeler met de rechten van een doelverdediger wordt als veldspeler beschouwd als hij buiten zijn cirkel is.
|
10.6 | Een doelverdediger en een veldspeler met de rechten van een doelverdediger mogen in hun eigen cirkel liggend de bal spelen, wanneer deze in de cirkel is en zijzelf zich eveneens volledig in de cirkel bevinden. |
11 | Spelregels: scheidsrechters |
---|---|
11.1 | Twee scheidsrechters hebben de leiding over de wedstrijd, passen de regels toe en beoordelen of er eerlijk en sportief gespeeld wordt (fair play). |
11.2 | Iedere scheidsrechter is gedurende de hele wedstrijd als eerste verantwoordelijk voor beslissingen op zijn helft van het speelveld. |
11.3 | Elke scheidsrechter is op zijn helft van het speelveld als enige verantwoordelijk voor beslissingen over vrije pushes in de cirkel, strafcorners, strafballen en doelpunten. |
11.4 |
Scheidsrechters noteren gescoorde doelpunten, alsmede waar- schuwingen en voor verwijderingen gegeven kaarten.
KNHB: scheidsrechters moeten na de wedstrijd de uitslag, eventueel gegeven gele en rode kaarten, hun naam en het nummer van hun scheidsrechterskaart invullen op het wedstrijdformulier en eventueel op het formulier van de zaalleiding en dit ondertekenen.
|
11.5 | Scheidsrechters zijn er verantwoordelijk voor dat de volledige tijd wordt gespeeld en moeten aangeven wanneer een wedstrijdhelft eindigt en wanneer een aan het einde van een wedstrijdhelft nog uit te spelen strafcorner is voltooid. |
11.6 |
Scheidsrechters fluiten om:
|
11.7 | Scheidsrechters mogen tijdens de wedstrijd niet coachen. |
11.8 | Wanneer de bal een scheidsrechter, een niet-bevoegd persoon of enig los voorwerp op het veld raakt, wordt doorgespeeld. |
12 | Straffen |
---|---|
12.1 | Voordeel: er wordt alleen een straf opgelegd wanneer een speler of een team nadeel ondervindt van een overtreding van een tegenstander. Als het toekennen van een straf niet in het voordeel is van het team waartegen een overtreding is begaan, moet doorgespeeld worden. |
12.2 |
Een vrije push wordt gegeven aan de tegenpartij voor:
|
12.3 |
Een strafcorner wordt toegekend:
|
12.4 |
Een strafbal wordt toegekend:
|
12.5 |
Als er sprake is van een nieuwe overtreding of van wangedrag nog voor een opgelegde straf is uitgevoerd:
|
13 | Uitvoering van straffen |
---|---|
13.1 |
Plaats van de vrije push.
|
13.2 |
Bepalingen voor het nemen van een vrije push, beginpush en voor hervatting van het spel nadat de bal buiten het veld is geweest:
alle onderdelen van deze regel gelden voor zowel een vrije push als voor beginpush of voor een spelhervatting nadat de bal buiten het veld is geweest.
|
13.3 |
Bepalingen voor het nemen van een strafcorner:
|
13.4 | De wedstrijdtijd wordt voor de pauze en voor het einde van de wedstrijd verlengd om een dan toegekende strafcorner en eventueel een daaruit voortkomende strafcorner of strafbal, te kunnen uitspelen. |
13.5 |
Een strafcorner is ten einde als:
Indien het spel gedurende een strafcorner aan het einde van een speelhelft onderbroken wordt zonder dat een spelstraf wordt opgelegd en anders een bully zou zijn gegeven, moet de strafcorner opnieuw worden genomen.’
|
13.6 | Om te bepalen wanneer gewisseld mag worden en voor het uitspelen van strafcorners die aan het einde van een speelhelft zijn gegeven, geldt dat een strafcorner tevens ten einde is als de bal voor de tweede keer buiten de cirkel komt. |
13.7 |
Straffen voor een overtreding tijdens het nemen van een
strafcorner:
|
13.8 |
Bepalingen voor het nemen van een strafbal:
|
13.9 |
Een strafbal is ten einde:
|
13.10 |
Straffen voor een overtreding tijdens het nemen van een strafbal:
|
14 | Persoonlijke straffen |
---|---|
14.1 |
Voor elke overtreding kan de speler die de overtreding begaat tevens:
Een persoonlijke straf kan apart of samen met de passende spelstraf worden opgelegd.
Gedurende de straftijd van een speler, speelt zijn team met een speler minder.
|
14.2 |
Tijdelijk uit het veld gestuurde spelers moeten op een aangewezen plaats blijven tot de scheidsrechter hen toestaat weer aan het spel deel te nemen.
KNHB: spelers die tijdelijk uit het veld gestuurd worden, moeten plaats nemen op een zitplaats nabij de wedstrijdtafel (strafbank), dan wel (bij ontbreken daarvan) op de spelersbank van hun team.
|
14.3 | Tijdelijk uit het veld gestuurde spelers is toegestaan zich tijdens de pauze bij hun teamgenoten te voegen; als de wedstrijd weer wordt hervat moeten zij weer naar de hen toegewezen plaats gaan tot hun straftijd voorbij is. |
14.4 | De duur van de verwijdering van een tijdelijk uit het veld gestuurde speler kan worden verlengd als die speler zich tijdens zijn straftijd misdraagt. |
14.5 | Spelers die voor de resterende duur van de wedstrijd van het veld zijn gestuurd, moeten het veld en de directe omgeving daarvan verlaten. |
14.6 |
KNHB: persoonlijke straffen voor teambegeleiders.
|
Termen en begrippen |
---|
Speler Eén van de leden van een team. |
Team Een team bestaat uit maximaal twaalf personen, waarvan ten hoogste zes spelers in het veld en de overige als wisselspeler op hun teambank. |
Veldspeler Eén van de spelers in het veld anders dan de doelverdediger. |
Doelverdediger Eén van de spelers van elk team op het veld die een volledig beschermende uitrusting draagt die minimaal bestaat uit hoofdbescherming, legguards en klompen, en die ook keepershandschoenen en andere beschermende uitrusting mag dragen. |
Veldspeler met de rechten van een doelverdediger (‘Vliegende keep’) Één van de spelers van een team die geen beschermende keeperuitrusting draagt, maar wel de rechten heeft van een doelverdediger. Deze speler draagt een shirt in een afwijkende kleur van dat van zijn medespelers en van de tegenstander. |
Aanval / Aanvaller Het team dat een goal probeert te scoren, dan wel een speler van dat team. |
Verdediging / Verdediger Het team dat probeert te voorkomen dat een goal wordt gescoord, dan wel een speler van dat team. |
Achterlijn De korte grenslijn (18 - 22 meter) van het speelveld. |
Doellijn De achterlijn tussen de twee doelpalen. |
Middenlijn De lijn over de gehele breedte van het veld die het speelveld door midden deelt. De middenlijn behoort tot beide speelhelften. |
Zijbalken Op de lange grenslijn (36 - 44 meter) van het speelveld geplaatste balken. |
Cirkel Het gebied aan elke kant van het veld, dat wordt begrensd door de lijnen van de twee kwartcirkels, met de binnenste hoekpunten aan de voorzijde van de doelpalen als middelpunt, en de verbindingslijnen tussen de kwartcirkels; de lijnen zijn onderdeel van de cirkel. |
Spelen van de bal: veldspeler Stoppen, laten afkaatsen of in beweging brengen van de bal met de stick. |
Push Verplaatsen van de bal over de grond met een duwende beweging van de stick, nadat de stick eerst dicht bij de bal is geplaatst. Wanneer een push wordt uitgevoerd, zijn zowel de bal als de haak van de stick in contact met de grond. |
Flick Zodanig pushen van de bal dat deze van de grond afkomt. |
Scoop Omhoog brengen van de bal van de grond door de haak van de stick onder de bal te plaatsen en vervolgens een optillende beweging te maken. |
Slag (niet toegestaan bij zaalhockey) Spelen van de bal door middel van een zwaaiende beweging van de stick naar de bal.
Het spelen van de bal met een “slapshot” of een “flats” (een langer durende schuif- of veegbeweging met de stick voor die in contact komt met de bal) wordt aangemerkt als een slag en is daarom niet toegestaan.
|
Schot op doel De actie van een aanvaller die probeert te scoren door de bal van binnen de cirkel in de richting van het doel te spelen. Indien de intentie van de speler duidelijk was dat hij een doelpunt wilde maken door de bal in de richting van het doel te spelen, is er ook als de bal het doel mist sprake van een ‘schot op doel’. |
Speelafstand De afstand waarbinnen een speler in staat is de bal te bereiken om deze te kunnen spelen. |
Tackle Een actie waarmee men probeert een tegenstander de bal te ontnemen. |
Overtreding Een actie begaan jegens een tegenstander, die indruist tegen de regels en die door een scheidsrechter kan worden bestraft. |
INDEX |
---|
zaal specifiek
hoge bal
|
straf voor verdediger bij overtreding |
---|
geen opzet | opzet | doelpunt voorkomen | ||
tegen speler zonder balbezit of mogelijkheid bal te spelen | tegen speler met balbezit of mogelijkheid bal te spelen | |||
cirkel | strafcorner | strafcorner | strafbal | strafbal |
eigen helft | vrije push | strafcorner |
straf bij overtreding tijdens strafcorner |
---|
opnieuw nemen | |
speler achter middenlijn + opnieuw nemen |
|
vrije push verdediging | andere overtreding aanvaller |
slagen toegestaan |
---|
push | slag | flick | scoop | sleep | |
vrije push | niet hoog | nee | nee | nee | ? |
aangeven strafcorner | niet hoog | nee | nee | nee | ? |
strafbal | ja | nee | ja | ja | nee |