INHOUD
1Speelveld
1.1 Het speelveld is rechthoekig, 91,40 meter lang en 55,00 meter breed.
KNHB: De KNHB kan voor bepaalde categorieën wedstrijden nadere aanwijzingen voor de belijning van velden geven.
1.2 Zijlijnen markeren de lange buitenzijden; achterlijnen markeren de korte buitenzijden van het veld.
1.3 De doellijnen zijn de delen van de achterlijnen die zich tussen de twee doelpalen bevinden.
1.4 Een middenlijn is over de breedte van het speelveld getrokken.
1.5 Op 22,90 meter van de buitenzijde van de achterlijnen zijn 23 meterlijnen getrokken.
1.6 Met cirkels worden die gebieden bedoeld die zich in het veld, centraal ten opzichte van de achterlijn, rond het doel bevinden.
1.7 Een strafbalstip met een diameter van 150 mm is aangebracht recht voor elk doel, met het midden van de stip op 6,40 meter van de binnenzijde van de doellijn.
1.8 Alle lijnen zijn 75 mm breed en maken deel uit van het speelveld.
1.9 Hoekvlaggen van tussen de 1,20 en 1,50 meter hoog, zijn op elke hoek van het veld geplaatst.
1.10 Doelen staan buiten het speelveld in het midden van elke achterlijn, tegen de buitenzijde van de achterlijn. Er mogen geen uitrusting of attributen, zoals helmen, gezichtsmaskers, handschoenen, handdoeken, bidons etc, in de doelen liggen.
KNHB: Op kunstgrasvelden en bij bondswedstrijden van standaardteams moet rond het speelveld een vaste omheining staan, op minimaal 2 meter van een zijlijn en minimaal 4 meter van een achterlijn. Tevens moeten bij het speelveld twee teambanken staan, één voor elk van de teams, plaats biedende aan 9 personen. Zij moeten worden geplaatst aan één zijde van het speelveld, op minimaal 1 meter buiten de zijlijn en maximaal 10 meter ter weerszijden van de middenlijn.
2Samenstelling van teams
2.1 Een wedstrijd wordt gespeeld tussen twee teams met niet meer dan elf spelers van elk team tegelijk in het speelveld.
Als een team meer dan het toegestane aantal spelers in het veld heeft staan wordt de tijd stil gezet om dit te corrigeren. De aanvoerder van het betrokken team krijgt een persoonlijke straf. Beslissingen die genomen zijn voordat de tijd werd stil gezet kunnen niet teruggedraaid of veranderd worden. De wedstrijd wordt hervat met een vrije slag voor het team dat niet met teveel spelers speelde. Als de scheidsrechter vlak voor het stilzetten van de tijd reeds een vrije slag, strafcorner of strafbal voor dit team had toegekend wordt de wedstrijd hervat met de uitvoering hiervan.
KNHB: Bij aanvang van een bondswedstrijd moeten er per team ten minste acht speelgerechtigde spelers in het speelveld zijn. Als gedurende een wedstrijd een team uit minder dan acht spelers komt te bestaan wordt de wedstrijd voortgezet.
KNHB: Voor aanvang van een bondswedstrijd moet een digitaal wedstrijdformulier worden ingevuld met de namen van de (ten hoogste 16) spelers van beide teams. De scheidsrechters kunnen dit formulier digitaal inzien. Alleen op dat formulier vermelde spelers mogen in het speelveld komen en/of op de teambank plaatsnemen. Tijdens de wedstrijd kunnen geen namen op het formulier worden gewijzigd, maar niet-standaardteams kunnen tot het maximale aantal van 16 spelers is bereikt, nieuwe spelers voor vermelding op het formulier aanmelden bij de scheidsrechters.
KNHB: Teams mogen onder vastgestelde voorwaarden in de Hoofdklasse en Promotieklasse wedstrijden voor 1e teams een 17e speler op het wedstrijdformulier opvoeren.
KNHB: Aan een team mogen in bondswedstrijden ten hoogste vier teambegeleiders (coaches, verzorgers) worden toegevoegd. Hun plaats is de teambank van hun team. Deze teambegeleiders staan onder het gezag van de scheidsrechters en de bepalingen van de spelregels zijn op hen van toepassing. Door het aanvaarden van zo’n functie, dan wel het gevolg geven aan een aanwijzing als teambegeleider aanvaardt de betrokkene de verplichting tot het naleven van de bepalingen van de reglementen van de hockeybond.
2.2

Elk team moet tijdens de wedstrijd steeds een doelverdediger in het speelveld hebben, of spelen met 11 veldspelers.

Elk team mag spelen met:

  1. een doelverdediger die een afwijkende kleur shirt en beschermende kleding draagt, die ten minste bestaat uit een helm, legguards en klompen; deze speler wordt omschreven in de reglementen als een doelverdediger; of
  2. alleen veldspelers; geen enkele speler heeft de rechten van een doelverdediger of draagt een afwijkende kleur shirt; geen enkele speler mag beschermende kleding dragen behalve een gezichtsmasker als een strafcorner of een strafbal wordt verdedigd; alle teamspelers dragen hetzelfde kleur shirt.

Elke wijziging tussen deze 2 opties moet worden uitgevoerd als een wissel.

KNHB: Het is veldspelers toegestaan om bij het verdedigen van een strafcorner of strafbal handbescherming te dragen die voldoet aan de eisen zoals benoemd in dit reglement.
2.3 Elk team mag wisselen met de spelers die niet in het veld staan.
  1. Wisselen van spelers mag op ieder gewenst moment, met uitzondering van de periode tussen het toekennen en het voltooien van een strafcorner; in die periode mag uitsluitend een geblesseerde doelverdediger of een uit het veld gezonden doelverdediger van de verdedigende partij worden vervangen.
    Wanneer de strafcorner eindigt doordat er een nieuwe strafcorner wordt toegekend, dan blijft de regel ongewijzigd gelden tot het einde van de nieuwe strafcorner.
    Bij een strafcorner mag een geblesseerde doelverdediger of een uit het veld gezonden doelverdediger van de verdedigende partij vervangen worden door een andere doelverdediger of speler.
    Als een team speelt met alleen veldspelers is het niet toegestaan om te wisselen voordat de strafcorner is voltooid.
    Gedurende de straftijd van de uit het veld gezonden doelverdediger speelt zijn team met een speler minder.
  2. Er is geen beperking aan het aantal spelers dat op hetzelfde moment mag worden gewisseld of aan het aantal malen dat een speler mag worden gewisseld.
  3. Wisselen van een speler kan pas als de te wisselen speler het speelveld heeft verlaten.
  4. Een wissel is niet toegestaan voor verwijderde spelers gedurende hun straftijd.
  5. Als de duur van een verwijdering is verstreken mag de betrokken speler worden gewisseld zonder dat de speler in het speelveld terug is geweest.
  6. Veldspelers die wisselen, moeten het veld verlaten dan wel betreden binnen 3 meter van de middenlijn aan de zijde van het veld die vooraf is overeengekomen met de scheidsrechters.
  1. Doelverdedigers mogen bij een wissel het veld nabij hun doel verlaten of betreden.
  1. De tijd wordt stilgezet voor het wisselen van doelverdedigers, maar niet voor overige wissels.
    De tijd wordt kort stilgezet om een doelverdediger te laten wisselen. Als bij een voorgenomen wissel de vervangende doelverdediger nog geen volledige beschermende uitrusting draagt, wordt de tijdstop niet verlengd om deze uitrusting aan te laten trekken. Ook niet bij een blessure van een doelverdediger of een uit het veld gezonden doelverdediger.
2.4 Veldspelers die het veld verlaten voor het behandelen van een blessure, om te drinken, om uitrusting te wisselen of te veranderen, of om enige andere reden dan voor een wissel, mogen alleen tussen de 23 meterlijnen aan de zijde van de teambanken weer het veld in komen.
Het verlaten en betreden van het veld als onderdeel van het spel (bijv. wanneer een verdediger bij een strafcorner een masker opzet) vindt plaats op elke geschikte plek van het veld.
KNHB: In de Hoofdklasse is de blessure regel van toepassing. Dit houdt in dat wanneer een speler binnen de lijnen van het veld behandeld is, deze het veld voor twee minuten moet verlaten. Er mag dan wel gewisseld worden.
2.5 Niemand anders dan veldspelers, doelverdedigers en scheidsrechters mogen zich tijdens de wedstrijd zonder toestemming van een scheidsrechter binnen het speelveld bevinden.
KNHB: Teambegeleiders mogen tijdens de wedstrijd alleen na toestemming van de scheidsrechters in het speelveld komen.
2.6 Spelers binnen en buiten het veld staan gedurende de gehele wedstrijd, dus ook tijdens alle rustmomenten, onder het gezag van de scheidsrechters.
2.7 Een speler die geblesseerd is of bloedt moet het veld verlaten, tenzij medische redenen dit belemmeren en mag niet terugkeren voordat de verwonding is verbonden; spelers mogen geen kleding met bloedvlekken dragen.
2.8
KNHB: Bij een ongeluk of ander bijzonder voorval kunnen de scheidsrechters de wedstrijd onderbreken. Bij een onderbreking in een wedstrijd gelden de volgende bepalingen:
  1. De wedstrijd wordt na een onderbreking zo spoedig mogelijk hervat met een bully, met de passende straf of spelhervatting of met een beginslag als een doelpunt is gemaakt.
  2. Als tijdens een wedstrijd nabij het veld onweer losbarst moeten de scheidsrechters de wedstrijd onderbreken als tussen het zien van de bliksemschicht en het horen van de donder minder dan 10 seconden verlopen. De wedstrijddeelnemers moeten dan het veld verlaten en in een daarvoor geschikte ruimte (clubhuis) gaan schuilen.
  3. De scheidsrechters vermelden de reden voor de onderbreking en voor staken van de wedstrijd op het digitale wedstrijdformulier; aangetekend worden dan ook de bereikte stand, eventueel gegeven kaarten, het tijdstip van staken en of op dat moment een strafbal of strafcorner is toegekend.
3Aanvoerders
3.1 Eén speler van elk team moet zijn aangewezen als aanvoerder.
3.2 Als de aanvoerder uit het veld wordt gezonden, moet er een vervangende aanvoerder te worden aangewezen.
3.3 Aanvoerders zijn verplicht een onderscheidende armband of een ander onderscheidend teken te dragen aan bovenarm of schouder of om de kous, direct onder de knie.
3.4 Aanvoerders zijn verantwoordelijk voor het gedrag van alle spelers van hun team en moeten er voor zorgen dat wissels van hun team correct worden uitgevoerd.
Een persoonlijke straf wordt toegekend aan een aanvoerder die deze verantwoordelijkheden niet nakomt.
KNHB: Aanvoerders zijn tevens verantwoordelijk voor het gedrag van alle teambegeleiders van hun team tijdens een wedstrijd.
KNHB: Aanvoerders dragen namens hun vereniging ook verantwoordelijkheid voor de correcte invulling en afhandeling van het digitale wedstrijdformulier.
4Kleding en uitrusting van spelers
De KNHB heeft voor bondswedstrijden de bepalingen voor het tenue van wedstrijddeelnemers, persoonlijke uitrusting en reclame vastgelegd in het bondsreglement.
4.1 Veldspelers van een team moeten een uniform tenue dragen.
KNHB: In bondswedstrijden is spelen in het standaardtenue van de vereniging verplicht, maar als verwarring is te verwachten, dienen de spelers van het bezoekende team hun tenue aan te passen.
KNHB: Spelers uitkomende in wedstrijden in de standaardklassen, de interdistrictcompetities, de hoogste competitieklassen A/B-jeugd en tijdens Nederlands Kampioenschappen, dienen een duidelijk rugnummer te dragen. In een team mag niet tweemaal hetzelfde rugnummer worden gebruikt. In het bondsreglement staat vermeld voor welke klassen een verplichting tot rugnummers geldt.
4.2 Spelers mogen niets dragen dat gevaarlijk kan zijn voor andere spelers. Veldspelers:
  • is toegestaan handbescherming te dragen, mits deze de natuurlijke grootte van de hand niet aanmerkelijk vergroten.

    Handschoenen die worden gebruikt tijdens het normale spel en/ of tijdens het verdedigen van de strafcorner mogen een maximale afmeting hebben van lengte 290 mm x breedte 180 mm x hoogte 110 mm;

  • KNHB: dienen scheen- en enkelbeschermers en een bitje te gebruiken. Spelers kunnen uitsluitend om medische redenen dispensatie aanvragen bij de KNHB. Spelers dienen op verzoek van de scheidsrechters de schriftelijke dispensatie van de KNHB te tonen;
  • is toegestaan om bescherming (inclusief been- en/of kniebeschermers bij het verdedigen van een strafcorner) te dragen geheel vallend onder het normale speeltenue. Kniebeschermers mogen boven de kousen gedragen worden als zij geheel dezelfde kleur hebben als deze kousen of zwart zijn;
  • is toegestaan om gedurende een wedstrijd alleen om medische redenen een glad, en bij voorkeur transparant of enkele kleur, masker dat aansluit op de vormen van het gezicht, of zachte hoofdbescherming of oogbescherming in de vorm van een beschermende bril (met zacht materiaal over het frame) te dragen; de medische redenen moeten worden beoordeeld door de KNHB en de betrokken speler moet de mogelijke consequenties van het spelen met een medische conditie begrijpen.
    KNHB: Voor het dragen van een masker om medische redenen moet door de KNHB dispensatie zijn verleend. Spelers dienen op verzoek van de scheidsrechters de schriftelijke dispensatie van de KNHB voor het dragen van dit masker te tonen;
  • is toegestaan om bij het verdedigen van een strafcorner of strafbal een glad masker in een bij voorkeur transparante, of enkele kleur, of gezichtsmasker met metalen grill te dragen dat aansluit bij de vormen van het gezicht. Spelers moeten hun bescherming af doen zodra ze daartoe in staat zijn nadat de strafcornersituatie voorbij is. Als zich geen geschikte gelegenheid voordoet mag de bescherming worden gedragen binnen het 23 metergebied zonder consequentie. Alle spelers moeten hun bescherming afdoen voordat zij buiten het 23 metergebied komen of wanneer de scheidsrechter hiertoe opdracht geeft. Het dragen van een gezichtsmasker tijdens het verdedigen van een strafcorner of strafbal is primair bedoeld om de veiligheid te waarborgen; het dragen van gezichtsmaskers die in overeenstemming zijn met de onderliggende gedachte van deze richtlijn moet worden toegestaan;
  • is niet toegestaan om zich met een masker op zodanig te gedragen dat het intimiderend is of gevaar oplevert voor tegenstanders;
  • is niet toegestaan om in andere omstandigheden hoofdbescherming (gezichtsmasker of andere beschermende hoofdbedekking) te dragen.
4.3 Doelverdedigers moeten een shirt of kledingstuk dragen dat in kleur duidelijk afwijkt van beide teams.
Doelverdedigers moeten dit shirt of kledingstuk over de bescherming van hun bovenlichaam dragen. Elleboogbescherming hoeft niet bedekt te worden door het shirt of kledingstuk.
4.4 Doelverdedigers zijn verplicht om tijdens wedstrijden gebruik te maken van beschermende kleding bestaande uit minimaal hoofdbescherming, beenbeschermers (legguards) en klompen. De hoofdbescherming en de eventuele handbeschermers mogen worden afgedaan als de doelverdediger zelf een strafbal gaat nemen.
De volgende uitrustingsstukken mogen uitsluitend gebruikt worden door doelverdedigers: bescherming voor lichaam, bovenarm, elleboog, onderarm, hand en dijbeen, beenbeschermers (legguards) en klompen.
KNHB: Onder hoofdbescherming wordt verstaan een complete helm, die het gehele hoofd omvat, met een vast masker voor het gehele gezicht en bescherming van de keel.
KNHB: Wanneer een doelverdediger zonder opzet de helm verliest in een spelsituatie en hierdoor een situatie ontstaat die het spel beïnvloedt, dan wordt het spel voortgezet met een bully, behalve bij een uitspeelstrafcorner - dan wordt de corner opnieuw genomen.
4.5 Kleding en beschermende uitrusting die de natuurlijke omvang van het lichaam van de doelverdediger of de te beschermen delen van het lichaam aanzienlijk vergroten of verbreden, zijn niet toegestaan.
4.6 De stick heeft een traditionele vorm, met een steel en een gebogen haak, die aan de linkerzijde plat is:
  1. De stick moet glad zijn, zonder ruwe en scherpe uitstekende delen.
  2. Inclusief aangebrachte omwikkelingen moet de stick door een ring met een binnendiameter van 51 mm passen.
  3. Iedere gebogen of schuine afwijking over de lengte van de stick moet een doorlopend glad profiel over de gehele lengte hebben en mag ofwel aan de platte zijde ofwel aan de achterzijde afwijken tot maximaal 25 mm, maar niet aan beide kanten van de stick.
  4. De stick moet voldoen aan de specificaties vastgesteld door de FIH Rules Committee.
4.7 De bal is rond, hard en wit (of een andere overeengekomen kleur die afwijkt van de ondergrond).
Precieze bepalingen van de stick en de bal zijn opgenomen bij het onderdeel Technische Specificaties in dit reglement.
5Wedstrijd en resultaat
5.1
Een wedstrijd bestaat uit vier kwarten van 17,5 minuten, een korte pauze van 2 minuten tussen kwart 1 en 2 en tussen kwart 3 en 4 en een rust van 5 minuten, tenzij het noodzakelijk is te sproeien omdat het betreffende speelveld zonder te sproeien niet meer veilig bespeelbaar is (kan het geval zijn bij watervelden), tussen kwart 2 en 3.
KNHB: Wedstrijden in de Hoofdklasse bestaan uit vier kwarten van 15 minuten.
KNHB: De rust tijdens wedstrijden van standaardteams (1e heren en damesteams) duurt 10 minuten (of zolang het sproeiprogramma duurt als dit langer dan 10 minuten duurt) i.p.v. de hierboven gestelde 5 minuten.
Teams kunnen (voor bijv. oefenwedstrijden) andere afspraken maken over de duur van de wedstrijd en pauze, maar moeten vaste regels en afspraken van de KNHB of de organisatoren van competities, toernooien en wedstrijden in acht nemen.
Als de speeltijd van een kwart ten einde is voordat de arbitrage een overtreding kan bestraffen die vlak voor het einde van dit kwart plaatsvond, dan kan de straf alsnog worden opgelegd.
Als aan het eind van een kwart een situatie ontstaat waarbij de scheidsrechters overleg willen plegen en eventueel de laatste beslissing willen wijzigen, dan is dit ook mogelijk als het rustsignaal of eindsignaal al is gegeven. Dit overleg dient onmiddellijk na de beslissing plaats te vinden. De scheidsrechters signaleren vervolgens duidelijk wat het resultaat is van hun overleg.
5.2 Het team dat de meeste doelpunten heeft gescoord, is de winnaar van de wedstrijd; als er geen doelpunten zijn gescoord of als de teams een gelijk aantal doelpunten hebben gemaakt, dan is de wedstrijd in een gelijkspel geëindigd.
KNHB: Bepalingen over een shoot-outserie als manieren om tot een beslissing te komen in een wedstrijd die met een gelijkspel is geëindigd, staan in het bondsreglement.
6Begin en hervatting van de wedstrijd
6.1 Voor aanvang van de wedstrijd wordt getost.
  1. Het team dat de toss wint heeft de keuze tussen speelrichting in de eerste twee kwarten of het nemen van de beginslag in de eerste twee kwarten.
  2. Als het team dat de toss wint de speelrichting in de eerste twee kwarten kiest, dan heeft de tegenpartij de beginslag in de eerste twee kwarten.
  3. Als het team dat de toss wint de beginslag kiest, dan mag de tegenpartij de speelrichting in de eerste twee kwarten kiezen.
6.2 De richting waarin teams spelen wordt omgekeerd in het derde kwart van de wedstrijd.
6.3 Een beginslag wordt genomen:
  1. Om de wedstrijd en het tweede kwart te laten beginnen door een speler van het team dat de toss heeft gewonnen en voor deze optie heeft gekozen; anders door een speler van de tegenpartij.
  2. Om de wedstrijd na de rust en bij het vierde kwart opnieuw te beginnen door een speler van het team dat niet de beginslag heeft genomen waarmee de wedstrijd is begonnen.
  3. Na een doelpunt door een speler van het team tegen wie het doelpunt is gescoord.
6.4 Uitvoering van de beginslag:
  1. Wordt genomen vanaf het midden van de middenlijn.
  2. De bal mag in iedere gewenste richting worden gespeeld.
  3. Alle spelers behalve de speler die de beginslag neemt, moeten zich bevinden op de helft van het veld waarop het doel staat dat zij verdedigen.
  4. De bepalingen voor het nemen van een vrije slag zijn van toepassing.
6.5 Een bully wordt genomen om het spel te hervatten wanneer de wedstrijd is onderbroken wegens een blessure of voor enige andere reden, waarbij geen straf wordt opgelegd.
  1. Een bully wordt genomen nabij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken, maar niet binnen 15 meter van de achterlijn en niet binnen 5 meter van de cirkelrand.
  2. De bal ligt tussen twee spelers, één van elk team, die met hun gezichten naar elkaar toe staan, ieder met het doel dat wordt verdedigd aan de rechterzijde.
  3. De twee spelers beginnen de bully met hun stick op de grond rechts van de bal en tikken dan éénmaal boven de bal met de platte kant van hun stick tegen de stick van hun tegenstander, waarna beide spelers de bal mogen spelen.
  4. Alle andere spelers moeten op minimaal 5 meter afstand van de bal zijn.
Als een bully zou worden toegekend bij een strafcorner, zonder dat de strafcorner is beëindigd door aan een van de voorwaarden van 13.5 a tot f te voldoen, dan wordt de strafcorner opnieuw genomen.
6.6 Als een strafbal is genomen en daaruit geen doelpunt is gescoord, wordt het spel hervat door een verdediger, 15 meter voor het midden van de doellijn; voor zo’n hervatting zijn de bepalingen voor het nemen van een vrije slag van toepassing.
7Bal buiten het speelveld
7.1 De bal is buiten het speelveld wanneer deze als geheel volledig over een zijlijn of achterlijn is gegaan.
7.2 Een speler van het team dat niet als laatste de bal aanraakte voordat deze buiten het speelveld kwam, mag het spel hervatten.
7.3 Wanneer de bal over de zijlijn gaat, wordt het spel hervat op de plaats waar de bal over die lijn ging; voor zo’n hervatting zijn de bepalingen voor het nemen van een vrije slag van toepassing.
7.4 Wanneer de bal over de achterlijn is gegaan zonder dat een doelpunt is gescoord, geldt:
  1. Als de bal is gespeeld door een aanvaller, dan wordt het spel hervat vanaf een plaats op niet meer dan 15 meter van de achterlijn recht tegenover het punt waar de bal over de achterlijn is gegaan; voor zo’n hervatting zijn de bepalingen voor het nemen van een vrije slag van toepassing.
  2. Als een verdediger de bal onopzettelijk heeft gespeeld of de bal is afgekaatst van de doelverdediger, dan wordt het spel hervat met een lange corner, genomen op de 23 meterlijn recht tegenover het punt waar de bal over de achterlijn is gegaan. Bij een dergelijke hervatting zijn de bepalingen voor het nemen van een vrije slag van toepassing.
    De spelhervatting vindt plaats binnen het 23 metergebied.
  3. Als een verdediger de bal met opzet over de achterlijn heeft gespeeld en er geen sprake is van afkaatsen van de doelverdediger, dan wordt het spel hervat met een strafcorner.
8Scoren van doelpunten
8.1 Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal, nadat die binnen de cirkel door een aanvaller is gespeeld en daarna niet meer buiten de cirkel is gekomen, als geheel volledig over de doellijn en onder de doellat gaat.
Hierop is niet van invloed of de bal door een verdediger is gespeeld of geraakt voor of nadat de bal door een aanvaller binnen de cirkel is gespeeld.
KNHB: In de Hoofdklasse wordt na het scoren van een doelpunt de tijd voor 40 seconden stilgezet. De wedstrijd wordt vervolgens hervat met een fluitsignaal van de scheidsrechter.
9Spelregels: alle spelers
Spelers worden geacht zich voor, tijdens en na de wedstrijd beheerst en sportief te gedragen.
9.1 Een wedstrijd wordt gespeeld tussen twee teams die ieder niet meer dan elf spelers tegelijkertijd op het veld hebben staan.
9.2 Spelers die in het veld zijn moeten hun stick in de hand hebben; zij mogen hun stick niet op een gevaarlijke, bedreigende of intimiderende manier gebruiken.
Spelers mogen hun stick niet over het hoofd van andere spelers heen tillen.
9.3 Spelers mogen tegenspelers niet hinderen of in hun spel belemmeren door hen of hun sticks of kleding vast te pakken of aan te raken.
9.4 Spelers mogen een andere speler niet intimideren of hinderen.
9.5 Spelers mogen de bal niet met de achterkant van de stick (de bolle kant) spelen.
9.6 Spelers mogen de bal niet hard met de zijkant van de stick slaan bij een forehandslag.
9.7
Spelers mogen op een gecontroleerde manier de bal op elke plaats in het veld stoppen, ontvangen, laten afketsen en spelen op elke hoogte inclusief boven schouderhoogte, mits dit niet gevaarlijk is en het niet leidt tot gevaarlijk spel.
9.8 Spelers mogen de bal niet spelen op een wijze die gevaarlijk is, of tot gevaarlijk spel kan leiden.
Een bal wordt in ieder geval als gevaarlijk beschouwd wanneer deze leidt tot een terecht ontwijkende reactie van tegenstanders.
De straf wordt opgelegd op de plaats waar het gevaarlijk spel ontstond.
9.9 Spelers mogen de bal niet opzettelijk met een slag omhoog spelen, behalve bij een schot op doel.
Een omhoog geslagen bal moet expliciet worden beoordeeld op het feit of dit wel of niet met opzet gebeurde. Het is geen overtreding als de bal, waar ook in het veld, met een slag, zonder opzet en zonder dat de slag gevaar oplevert, van de grond gaat. Dit geldt ook voor een vrije slag. De bal over de stick van een tegenstander of over een op de grond liggende tegenstander heen spelen, is toegestaan, zelfs in de cirkel, tenzij de actie als gevaarlijk wordt beoordeeld.
Spelers mogen de bal met een flick of scoop omhoog spelen, mits dit geen gevaar oplevert. Een flick of scoop in de richting van een tegenstander die zich binnen een afstand van 5 meter bevindt, geldt als gevaarlijk. Als de tegenstander duidelijk op de bal of de aanvaller inloopt zonder de intentie te hebben om de bal met de stick te spelen, dient de speler bestraft te worden voor gevaarlijk spel.
9.10 Spelers mogen niet binnen 5 meter komen van een tegenstander die een neerkomende bal probeert aan te nemen, totdat de bal door die tegenstander is ontvangen en onder controle gebracht en zich op de grond bevindt. De bal mag binnen 5 meter, maar buiten speelafstand, onderschept worden mits dit veilig gebeurt.
De in eerste instantie ontvangende speler heeft recht op de bal. Als niet duidelijk is welke speler de eerste ontvanger is, geldt dat een speler van het team dat de bal omhoog heeft gespeeld de tegenstander de gelegenheid moet geven om de bal aan te nemen.
9.11 Veldspelers mogen de bal niet stoppen, schoppen, slaan, oppakken, met zich meedragen, gooien of voortbewegen met welk deel van het lichaam dan ook.
Het is niet altijd een overtreding wanneer de bal tegen voet, hand of lichaam van een veldspeler aankomt. De speler begaat alleen een overtreding wanneer de speler een voordeel behaalt of wanneer de speler zich opstelt met de intentie de bal op deze wijze te stoppen.
Er is geen sprake van een overtreding wanneer de bal de hand raakt die de stick vasthoudt als deze anders de stick geraakt zou hebben.
9.12 Spelers mogen een tegenstander die probeert de bal te spelen, niet blokkeren of het pad naar de bal versperren (afhouden).
Spelers houden af wanneer zij:
  • hun lichaam gebruiken om zich daarmee ruimte te verschaffen;
  • met hun lichaam of stick het lichaam of de stick van een tegenstander hinderen;
  • de bal met hun stick of met enig deel van hun lichaam afschermen tegen een geoorloofde tackle.
Een stilstaande speler die de bal ontvangt, mag daarbij opgesteld staan in iedere gewenste richting.
Een speler die balbezit heeft, mag zich met de bal in alle richtingen verplaatsen, mits de speler niet tegen een tegenstander oploopt of zich plaatst tussen de bal en de tegenstander als deze én binnen speelafstand van de bal is én probeert om de bal te spelen.
Een speler die voor een tegenstander langs loopt of hem blokkeert en hem daardoor belemmert om de bal te (gaan) spelen, houdt af (indirect afhouden of shadow obstruction). Dit geldt ook als bij een strafcorner een aanvaller vlak voor verdedigers (inclusief de doelverdediger) langs loopt of hen blokkeert of hindert.
9.13 Spelers mogen niet proberen een tegenstander de bal te ontnemen (tackle) als zij de bal niet kunnen spelen zonder lichaamscontact.
Sliding tackles en andere fysieke acties van veldspelers waarbij een tegenstander wordt gevloerd, en waarbij het gevaar op blessures bestaat, dienen met de juiste spelstraf en persoonlijke straf te worden bestraft.
9.14 Spelers mogen niet opzettelijk in het doel dat hun tegenstanders verdedigen komen, of opzettelijk achter een doel langslopen.
9.15 Spelers mogen hun stick niet wisselen tussen toekennen en voltooien van een strafcorner of een strafbal, tenzij deze stick niet meer aan de specificaties voldoet.
9.16 Spelers mogen geen voorwerpen of uitrustingsstukken op het veld, naar de bal of naar een speler, scheidsrechter of andere persoon gooien.
Als bij een strafcorner de bal een los stuk beschermende kleding, een kniebeschermer of een masker raakt dat op het veld ligt, dan wordt het spel hervat met een vrije slag als dit buiten de cirkel gebeurt en met een strafcorner als dit binnen de cirkel gebeurt.
9.17 Spelers mogen het spel niet vertragen om daardoor voordeel te behalen (tijdrekken).
10Spelregels: doelverdedigers
10.1 Doelverdedigers mogen tijdens de wedstrijd niet buiten hun eigen 23 metergebied aan het spel deelnemen, behalve om zelf een strafbal te nemen.
Een doelverdediger moet altijd hoofdbescherming dragen en mag deze alleen afzetten om een strafbal te nemen.
10.2

Wanneer de bal binnen hun cirkel is en zij hun stick in de hand hebben: Is het doelverdedigers toegestaan de bal met hun stick, beschermende uitrusting of enig deel van hun lichaam weg te spelen, van richting te veranderen (in elke richting, ook over de achterlijn) of te stoppen.

Het is doelverdedigers niet toegestaan zich te gedragen op een manier die gevaarlijk is voor andere spelers door voordeel te halen uit de beschermende uitrusting die ze dragen.
10.3 Doelverdedigers mogen niet op de bal liggen.
10.4 Wanneer de bal buiten hun cirkel is, mogen doelverdedigers de bal alleen met hun stick spelen.
11Spelregels: scheidsrechters
11.1 Twee scheidsrechters hebben de leiding over de wedstrijd, passen de regels toe en beoordelen of er eerlijk en sportief gespeeld wordt (fair play).
11.2 Iedere scheidsrechter is gedurende de hele wedstrijd als eerste verantwoordelijk voor beslissingen op de eigen helft van het speelveld.
11.3 Elke scheidsrechter is op de eigen helft van het speelveld als enige verantwoordelijk voor beslissingen over vrije slagen in de cirkel, strafcorners, strafballen en doelpunten.
11.4 Scheidsrechters noteren gescoorde doelpunten en gegeven kaarten.
KNHB: Scheidsrechters moeten na de wedstrijd de uitslag en eventueel gegeven gele en rode kaarteninvullen op het digitale wedstrijdformulier.
11.5 Scheidsrechters zijn er verantwoordelijk voor dat de volledige tijd wordt gespeeld en moeten aangeven wanneer ieder kwart eindigt en wanneer een aan het einde van een kwart nog uit te spelen strafcorner is voltooid.
11.6 Scheidsrechters fluiten om:
  1. het begin en het einde van ieder kwart van de wedstrijd aan te geven;
  2. een bully te laten beginnen;
  3. een straf op te leggen;
  4. het begin en het einde van een strafbal aan te geven;
  5. een doelpunt aan te geven;
  6. het spel te hervatten nadat een doelpunt is gescoord;
  7. de wedstrijd te hervatten na het nemen van een strafbal als er geen doelpunt is gescoord;
  8. de wedstrijd te onderbreken voor het wisselen van een doelverdediger in volledig beschermende uitrusting en daarna weer te hervatten;
  9. de wedstrijd om enige andere reden te onderbreken en daarna weer te hervatten;
  10. indien nodig aan te geven dat de bal in zijn geheel buiten het speelveld is geraakt.
KNHB: In de Hoofdklasse wordt de start van een strafcorner door de scheidsrechter aangegeven met een fluitsignaal.
11.7 Scheidsrechters mogen tijdens de wedstrijd niet coachen.
11.8 Wanneer de bal een scheidsrechter, een niet-bevoegd persoon of enig los voorwerp op het veld raakt, dan wordt doorgespeeld (behalve in gevallen zoals beschreven in regel 9.16).
12Straffen
12.1 Voordeel: er wordt alleen een straf opgelegd wanneer een speler of een team nadeel ondervindt van een overtreding.
12.2 Een vrije slag wordt gegeven aan de tegenpartij voor:
  1. een overtreding van een speler in het gebied tussen de 23 meterlijnen;
  2. een overtreding van een aanvaller in het 23 metergebied van de tegenpartij;
  3. een onopzettelijke overtreding van een verdediger in het 23 metergebied, maar buiten de cirkel.
12.3 Een strafcorner wordt toegekend:
  1. voor een overtreding van een verdediger in de cirkel, waarbij niet het maken van een doelpunt wordt voorkomen;
  2. voor een opzettelijke overtreding van een verdediger in de cirkel tegen een tegenstander die geen balbezit heeft, noch een mogelijkheid heeft de bal te spelen;
  3. voor een opzettelijke overtreding van een verdediger buiten de cirkel, maar binnen het 23 metergebied;
  4. voor het opzettelijk over de achterlijn spelen van de bal door een verdediger;
    Doelverdedigers mogen de bal van hun stick, hun beschermende uitrusting of enig deel van hun lichaam in iedere gewenste richting laten afkaatsen, ook over de achterlijn.
  5. wanneer de bal in de cirkel komt vast te zitten in de kleding of uitrusting van een (doel)verdediger.
12.4 Een strafbal wordt toegekend:
  1. voor een overtreding van een verdediger in de cirkel, waardoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen;
    Als de bal een kledingstuk of deel van de uitrusting raakt dat in de cirkel ligt, waardoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.
  2. voor een opzettelijke overtreding van een verdediger in de cirkel tegen een tegenstander die in balbezit is of een mogelijkheid heeft om de bal te spelen.
12.5 Als er sprake is van een nieuwe overtreding of van wangedrag nog voor een opgelegde straf is uitgevoerd:
  1. kan een zwaardere straf worden opgelegd;
  2. kan een persoonlijke straf worden opgelegd;
  3. kan de straf worden omgekeerd als de nieuwe overtreding wordt begaan door het team dat in eerste instantie een vrije slag kreeg toegekend.
13Uitvoering van straffen
13.1 Plaats van de vrije slag:
  1. Een vrije slag wordt genomen nabij de plaats waar de overtreding gebeurde.
    ‘Nabij’ betekent binnen speelafstand van de plaats van de overtreding en zonder daar een aanzienlijk voordeel uit te verkrijgen. De plaats waar een vrije slag moet worden genomen moet strenger worden beoordeeld binnen het 23 metergebied.
  2. Een vrije slag voor de verdediging binnen 15 meter van de achterlijn mag, evenwijdig aan de zijlijn, worden verplaatst tot ten hoogste 15 meter van de achterlijn, recht tegenover de plaats van de overtreding.
    Een vrije slag voor de verdediging, die wordt toegekend in de cirkel, mag overal in de cirkel worden genomen.
13.2 Bepalingen voor het nemen van een vrije slag, beginslag en voor hervatting van het spel nadat de bal buiten het veld is geweest: Alle onderdelen van deze regel gelden voor zowel een vrije slag als voor een beginslag, en voor een spelhervatting nadat de bal buiten het veld is geweest.
  1. De bal moet stil liggen.
    KNHB: Wanneer de bal door de speler onder controle is gebracht voor het nemen van de vrije slag of andere spelhervatting, dan mag het spel door.
  2. Spelers van de tegenpartij moeten op ten minste 5 meter afstand van de bal zijn.
    Als een tegenstander binnen 5 meter afstand van de bal is, mag deze tegenstander het nemen van de vrije slag niet beïnvloeden en de bal niet spelen of pogen te spelen. Als deze tegenstander het spel niet beïnvloedt, dan behoeft het nemen van de vrije slag niet te worden opgehouden.
  3. Bij een vrije slag voor het aanvallende team binnen het 23 metergebied moeten alle spelers, behalve de speler die de vrije slag neemt, op ten minste 5 meter afstand van de bal zijn.
  4. De bal wordt gespeeld middels een slag, push, flick of scoop.
  5. De bal mag met een push, flick of scoop opzettelijk omhoog worden gespeeld, maar niet met een slag.
  6. Een vrije slag voor het aanvallende team binnen het 23 metergebied mag niet de cirkel in worden gespeeld, voordat de bal minimaal vijf meter, niet per se in één richting, is verplaatst of is geraakt door een speler van de verdedigende partij.
    Als de speler die de vrije slag neemt ook degene is die verder speelt (speler van de verdedigende partij heeft de bal nog niet geraakt):
    • mag deze speler de bal zo vaak raken als gewenst, maar
    • de bal moet minimaal vijf meter verplaatst worden, voordat
    • deze speler de bal de cirkel in mag spelen door de bal met een slag of push opnieuw te spelen.
    Alternatief:
    • nadat de bal is geraakt door een speler van de verdedigende partij, mag de bal de cirkel worden ingespeeld door elke andere speler, inclusief de speler die de vrije slag genomen heeft.
    Bij een vrije slag voor het aanvallende team binnen vijf meter van de cirkelrand mag de bal niet de cirkel in gespeeld worden, voordat deze minimaal vijf meter is verplaatst of is geraakt door een speler van de verdedigende partij. Als de vrije slag direct wordt genomen mogen de verdedigers, die in de cirkel binnen vijf meter van de vrije slag staan, meelopen aan de binnenkant van de cirkel met de speler die de self-pass neemt, op voorwaarde dat ze de bal niet spelen, proberen te spelen of het spel proberen te beïnvloeden, totdat de bal vijf meter is verplaatst of als alternatief is aangeraakt door een verdediger die de bal volgens de regels mag spelen. Als de aanvaller ervoor kiest om de vrije slag niet direct te nemen, moeten alle spelers op minstens vijf meter van de bal staan, voordat de vrije slag wordt genomen.
    In alle andere gevallen dan hierboven beschreven geldt dat ook elke poging om de bal te spelen, daadwerkelijk de bal spelen, of op een andere wijze het spel beïnvloeden door een verdediger of aanvaller die binnen vijf meter afstand van de bal stond bestraft zal moeten worden.
    Een aanvaller mag de bal hoog over de cirkel van de tegenstander heen spelen zodat deze buiten de cirkel op de grond komt, op voorwaarde dat hierdoor geen gevaarlijk spel ontstaat en dat de bal in of boven de cirkel niet op reglementaire wijze door een ander speler gespeeld kan worden.
13.3 Bepalingen voor het nemen van een strafcorner:
  1. In de Hoofdklasse wordt de tijd stilgezet na het toekennen van een strafcorner. Het spel en daarmee de strafcorner wordt na 40 seconden hervat door een fluitsignaal van de scheidsrechter.
  1. De bal moet op de achterlijn binnen de cirkel liggen op ten minste 10 meter van de doelpaal, aan de kant van het doel waar het aanvallende team de voorkeur aan geeft.
  2. Een aanvaller speelt de bal vanaf die plaats met een slag of push, zonder hem met opzet omhoog te spelen.
  3. De aanvaller die de strafcorner neemt, moet minstens één voet buiten het speelveld aan de grond hebben.
  4. De overige aanvallers moeten binnen het speelveld maar buiten de cirkel zijn, zonder met stick, voeten of handen de grond binnen de cirkel aan te raken.
  5. Geen andere speler dan de speler die de strafcorner neemt mag op minder dan 5 meter afstand van de bal zijn op het moment dat de bal gepusht of geslagen wordt.
  6. Ten hoogste vijf verdedigers, waaronder de doelverdediger, moeten achter hun achterlijn zijn, zonder met hun stick, handen of voeten de grond binnen het veld aan te raken.
    Als het team dat de strafcorner verdedigt ervoor heeft gekozen om met alleen veldspelers te spelen, heeft niemand van de verdedigers zoals hierboven benoemd rechten van een doelverdediger.
  7. De overige spelers van de verdedigende partij moeten aan de andere kant van de middenlijn zijn.
  8. Tot de bal bij de strafcorner is gespeeld mag geen andere aanvaller dan diegene die de strafcorner neemt in de cirkel komen en mag geen enkele verdediger over de achterlijn of middenlijn komen.
  9. Na het nemen van de strafcorner mag de aanvaller die de strafcorner heeft genomen de bal niet meer aanraken of binnen speelafstand benaderen totdat deze door een andere speler is gespeeld.
  10. Er kan niet gescoord worden voordat de bal buiten de cirkel is geweest.
  11. Als na het aangeven het eerste schot op doel een slag is (in tegenstelling tot een push, flick of scoop), dan moet de bal de doellijn passeren (dan wel zich op een weg bevinden die, voordat de bal van richting wordt veranderd, erin zou resulteren dat de bal de doellijn zou passeren) op een hoogte van niet meer dan 460 mm (hoogte van de achterplank), om een geldig doelpunt te kunnen maken.
    Deze bepaling geldt ook als de bal stick of lichaam van een verdediger raakt vóór het eerste schot op doel.
    Als het eerste schot op doel een slag is en de bal te hoog de doellijn passeert of zal gaan passeren, dan moet het schot worden afgekeurd en bestraft, ook als de bal daarna van stick of lichaam van een andere speler afkaatst.
    De bal mag op weg naar het doel boven 460 mm hoogte komen mits dit geen gevaar oplevert en mits de bal vanzelf naar een lagere hoogte dan 460 mm daalt vóór het passeren van de doellijn.
  12. Voor tweede en daaropvolgende slagen op doel en voor doelpogingen met flick, tip-in en scoop gelden geen beperking van de hoogte, mits zij niet gevaarlijk zijn.
    Als een verdediger duidelijk op de bal of de aanvaller inloopt zonder de intentie te hebben om de bal met de stick te spelen, dan dient de verdediger bestraft te worden voor gevaarlijk spel. Maar Als een verdediger binnen 5 meter van de bal is bij het eerste schot op doel en beneden de knie wordt geraakt, dan wordt opnieuw een strafcorner toegekend.
    Als een verdediger binnen 5 meter van de bal is bij het eerste schot op doel en op of boven de knie wordt geraakt, dan wordt het schot op doel als gevaarlijk beoordeeld en moet aan de verdedigers een vrije slag worden toegekend.
  13. De regels voor het nemen van de strafcorner zijn niet langer van toepassing als de bal na het aangeven van de strafcorner meer dan 5 meter buiten de cirkel komt.
13.4 De wedstrijdtijd wordt bij het einde van ieder kwart verlengd om een dan toegekende strafcorner, en iedere daaruit voortkomende strafcorner of strafbal, te kunnen uitspelen.
13.5 Een strafcorner is ten einde als:
  1. een doelpunt is gemaakt;
  2. een vrije slag is toegekend aan de verdedigende partij;
  3. de bal meer dan 5 meter buiten de cirkel komt;
  4. de bal over de achterlijn is gespeeld en geen strafcorner wordt toegekend;
  5. een verdediger een overtreding maakt waar geen strafcorner voor wordt gegeven;
  6. een strafbal wordt toegekend.
13.6 Wanneer de bal na het nemen van een strafcorner een tweede maal buiten de cirkel komt, geldt:
  1. er mag weer gewisseld worden;
  2. een uitspeelstrafcorner is ten einde.
13.6 Straffen voor een overtreding tijdens het nemen van een strafcorner:
  1. De aanvaller die een strafcorner neemt vanaf de achterlijn heeft niet ten minste één voet buiten het veld aan de grond: de strafcorner wordt opnieuw genomen.
  2. De aanvaller die de strafcorner neemt doet alsof deze de bal speelt: de aanvaller moet aan de andere kant van de middenlijn plaatsnemen en wordt vervangen door een andere aanvaller. De strafcorner wordt opnieuw genomen.
    De verdediger die door de schijnbeweging te vroeg over de achterlijn is gekomen hoeft niet achter de middenlijn plaats te nemen.
  3. Een verdediger, niet zijnde de doelverdediger, komt over de achterlijn voordat de strafcorner is genomen: de verdediger moet aan de andere kant van de middenlijn plaatsnemen en mag niet worden vervangen door een andere verdediger. De strafcorner wordt opnieuw genomen.
    Als de actie van het te vroeg uitlopen wordt herhaald bij deze of elke volgende overgenomen strafcorner, dan dient deze verdediger ook achter de middenlijn plaats te nemen en mag die niet worden vervangen.
    Een verdediger komt over de middenlijn voordat de strafcorner is genomen: de strafcorner wordt opnieuw genomen.
  4. Een doelverdediger komt over de achterlijn voordat de strafcorner is genomen: de verdedigende partij verdedigt de strafcorner met een speler minder. De strafcorner wordt opnieuw genomen.
    Het verdedigende team wijst een veldspeler aan die achter de middenlijn plaatsneemt. Deze verdediger mag niet worden vervangen.
    Als de actie van het te vroeg uitlopen wordt herhaald bij deze of elke volgende overgenomen strafcorner, dan is het verdedigende team verplicht een volgende veldspeler aan te wijzen om achter de middenlijn plaats te nemen en deze mag niet vervangen worden.
    Een strafcorner wordt beschouwd als opnieuw genomen totdat aan een voorwaarde van regel 13.5 voor de voltooiing ervan is voldaan.
    Een nieuw toegekende strafcorner mag, in tegenstelling tot een opnieuw genomen strafcorner, weer met maximaal vijf verdedigers worden verdedigd.
  5. Een aanvaller komt in de cirkel voordat dit is toegestaan: de aanvaller die de strafcorner neemt vanaf de achterlijn moet aan de andere kant van de middenlijn plaatsnemen. De strafcorner wordt opnieuw genomen.
    Aanvallers die achter de middenlijn zijn gestuurd mogen niet terugkeren voor opnieuw genomen strafcorners, maar wel voor een nieuw gegeven strafcorner.
  6. Voor een andere overtreding door de aanvallende partij: een vrije slag wordt toegekend aan het verdedigende team.
In andere dan bovenstaande gevallen wordt een vrije slag, strafcorner of strafbal gegeven zoals in het spelreglement beschreven staat.
13.7 Bepalingen voor het nemen van een strafbal:
  1. Het spel wordt onderbroken en de tijd wordt stilgezet wanneer een strafbal wordt toegekend.
  2. Tijdens het nemen van de strafbal moeten alle spelers op het veld, behalve de aanvaller die de strafbal neemt en de doelverdediger van de verdedigende partij, zich buiten het 23 metergebied bevinden; zij mogen geen enkele invloed uitoefenen op het nemen van de strafbal.
  3. De bal moet op de strafbalstip liggen.
  4. De aanvaller die de strafbal neemt moet achter de bal en binnen speelafstand van de bal staan voor de bal gespeeld wordt.
  5. De verdedigende doelverdediger moet met beide voeten op de doellijn staan en mag niet van de doellijn komen of één van de voeten verplaatsen voordat de bal is gespeeld.
    Als de speler die de strafbal verdedigt op een ander moment deelneemt aan de wedstrijd als veldspeler, dan mag deze speler alleen een gezichtsmasker als beschermende uitrusting dragen.
    Als het team dat een strafbal verdedigt ervoor heeft gekozen om alleen met veldspelers te spelen en geen vervangende keeper te gebruiken om de strafbal te verdedigen, dan mag deze verdediger alleen de stick gebruiken om een redding te maken.
  6. Er wordt gefloten als de speler die die strafbal neemt en de speler die de strafbal verdedigt klaar staan.
  7. De aanvaller mag de bal niet spelen voordat het fluitsignaal is gegeven.
    De speler die de strafbal neemt en de doelverdediger mogen het nemen van de strafbal niet ophouden of vertragen.
  8. De aanvaller mag niet doen alsof de bal gespeeld wordt.
  9. De aanvaller mag de bal met een push, flick of scoop en op iedere hoogte spelen.
    Het is niet toegestaan de bal bij het nemen van een strafbal te slepen (dragging).
  10. De aanvaller mag de bal slechts één keer spelen en mag na het spelen van de bal niet de doelverdediger of de bal benaderen.
13.8 Een strafbal is ten einde:
  1. als een doelpunt is gemaakt;
  2. als de bal in de cirkel tot stilstand komt, of komt vast te zitten in de uitrusting van de doelverdediger, of door een doelverdediger wordt gevangen, of buiten de cirkel komt.
13.9 Straffen voor een overtreding tijdens het nemen van een strafbal:
  1. De strafbal wordt genomen voordat het fluitsignaal is gegeven en er wordt een doelpunt gescoord: de strafbal wordt opnieuw genomen.
  2. De strafbal wordt genomen voordat het fluitsignaal is gegeven en er wordt geen doelpunt gescoord: een vrije slag wordt toegekend aan het verdedigende team.
  3. Voor een andere overtreding van de aanvaller die de strafbal neemt: een vrije slag wordt toegekend aan het verdedigende team.
  4. Voor iedere overtreding van de speler die de strafbal verdedigt inclusief het verplaatsen van één van de voeten voordat de bal is gespeeld: de strafbal wordt opnieuw genomen.
    Als de speler die de strafbal verdedigt het scoren van een doelpunt voorkomt, maar één van de voeten heeft verplaatst voordat de bal is gespeeld, dan moet deze speler worden vermaand en bij volgende overtredingen tijdelijk uit het veld worden gestuurd (aangegeven met een groene kaart en voor volgende overtredingen met een gele kaart).
    Als een doelpunt wordt gescoord ondanks een overtreding van de doelverdediger, dan telt het doelpunt.
  5. Voor een overtreding door de verdedigende partij en er wordt geen doelpunt gescoord: de strafbal wordt opnieuw genomen.
  6. Voor een overtreding door een andere aanvaller dan de speler die de strafbal neemt en er wordt een doelpunt gescoord: de strafbal wordt overgenomen.
14Persoonlijke straffen
14.1 Voor elke overtreding kan de speler die de overtreding begaat:
  1. worden vermaand (verbaal);
  2. tijdelijk uit het veld worden gestuurd voor 2 speelminuten (aangegeven met een groene kaart);
  3. tijdelijk uit het veld worden gestuurd voor minimaal 5 speelminuten (aangegeven met een gele kaart);
    Voor elke groene of gele kaart van een speler speelt het team gedurende de straftijd met een speler minder.
  4. permanent uit het veld worden gestuurd voor de resterende duur van de wedstrijd (aangegeven met een rode kaart).
    Voor elke rode kaart van een speler speelt het team het resterende deel van de wedstrijd met een speler minder.
    Een persoonlijke straf kan apart of samen met de passende spelstraf worden opgelegd.
14.2 Tijdelijk uit het veld gestuurde spelers moeten op een aangewezen plaats blijven tot de scheidsrechter hen toestaat weer aan het spel deel te nemen.
KNHB: Spelers die tijdelijk uit het veld gestuurd worden moeten plaatsnemen op de spelersbank van hun team of op de strafbank bij de wedstrijdtafel als die er is.
14.3 Tijdelijk uit het veld gestuurde spelers is toegestaan zich tijdens de korte pauze tussen de kwarten en tijdens de rust bij hun teamgenoten te voegen; als de wedstrijd weer wordt hervat moeten zij weer naar de hun toegewezen plaats gaan tot hun straftijd voorbij is.
14.4 De duur van de verwijdering van een tijdelijk uit het veld gestuurde speler kan worden verlengd als die speler zich tijdens de straftijd misdraagt.
14.5 Spelers die voor de resterende duur van de wedstrijd van het veld zijn gestuurd moeten het veld en de directe omgeving daarvan verlaten.
14.6
KNHB: Persoonlijke straffen voor teambegeleiders
  1. Als een teambegeleider zich voor of tijdens een wedstrijd onjuist gedraagt kan een scheidsrechter die de wedstrijd leidt hem bestraffen met:
    • een vermaning (geen kaart);
    • tijdelijk ontzegging van het recht vanaf de teambank te coachen/verzorgen voor 2 speelminuten (aangegeven met een groene kaart);
    • tijdelijk ontzegging van het recht vanaf de teambank te coachen/verzorgen voor ten minste 10 speelminuten (aangegeven met een gele kaart);
    • ontzegging van het recht vanaf de teambank te coachen/verzorgen voor de resterende duur van de wedstrijd (aangegeven met een rode kaart).
    Gedurende de straftijd van een teambegeleider speelt het team met een speler minder.
  2. Voor het aan een teambegeleider opleggen van een persoonlijke straf anders dan een vermaning (zonder kaart) wordt de wedstrijd onderbroken (‘tijd stilgezet’).
  3. Een tijdelijk van de teambank verwijderde teambegeleider moet buiten de omheining van het veld gaan en mag het team niet coachen gedurende de straftijd.
  4. Een definitief verwijderde teambegeleider moet uit de omgeving van het speelveld weggaan en mag het team niet coachen gedurende de resterende speeltijd.
  5. Een weggezonden teambegeleider mag niet als speler aan dezelfde wedstrijd (gaan) deelnemen.
  6. Een weggezonden teambegeleider dient in voorkomende gevallen wel in staat te worden gesteld een speler (para)medische verzorging te geven.
Termen en begrippen
23 metergebied Het gebied dat wordt begrensd door de lijn op 22,90 meter van elke achterlijn en de aansluitende delen van de zijlijnen en achterlijn, de lijnen zelf meegerekend.
Aanval / Aanvaller Het team dat een goal probeert te scoren, dan wel een speler van dat team.
Achterlijn De korte grenslijn (55 meter) van het speelveld.
Cirkel Het gebied aan elke kant van het veld, dat wordt begrensd door de lijnen van de twee kwartcirkels, met de binnenste hoekpunten aan de voorzijde van de doelpalen als middelpunt, en de verbindingslijnen tussen de kwartcirkels; de lijnen zijn onderdeel van de cirkel.
Verdediging / Verdediger Het team dat probeert te voorkomen dat een goal wordt gescoord, dan wel een speler van dat team.
Veldspeler Eén van de spelers op het veld anders dan de doelverdediger.
Flick Zodanig pushen van de bal dat deze van de grond afkomt.
Forehand Spelen van de bal in voorwaartse richting, terwijl deze aan de rechterzijde van de speler is.
Doelverdediger Eén van de spelers van elk team op het veld die een volledig beschermende uitrusting draagt die minimaal bestaat uit hoofdbescherming, legguards en klompen en die ook keepershandschoenen en andere beschermende uitrusting mag dragen.
Doellijn De achterlijn tussen de twee doelpalen.
Slag Spelen van de bal door middel van een zwaaiende beweging van de stick naar de bal.
Een schuifslag waarbij de stick een lange duwende of slepende beweging maakt voordat de bal wordt geraakt wordt aangemerkt als een slag.

KNHB: flats

Een schuifbeweging van de stick naar de bal, met de handen bij elkaar. Wanneer de stick schuin gehouden wordt heet de beweging ‘kapflats’. Beide gelden volgens het spelreglement als slag.

Overtreding Een actie begaan jegens een tegenstander die indruist tegen de regels en die door een scheidsrechter kan worden bestraft.
Speler Eén van de leden van een team.
Speelafstand De afstand waarbinnen een speler in staat is de bal te bereiken om deze te kunnen spelen.
Spelen van de bal: veldspeler Het stoppen, kaatsen of verplaatsen van de bal met de stick.
Push Verplaatsen van de bal over de grond met een duwende beweging van de stick, nadat de stick eerst dicht bij de bal is geplaatst. Wanneer een push wordt uitgevoerd, zijn zowel de bal als de haak van de stick in contact met de grond.
Scoop Omhoog brengen van de bal van de grond door de haak van de stick onder de bal te plaatsen en vervolgens een optillende beweging te maken.
Schot op doel De actie van een aanvaller die probeert te scoren door de bal van binnen de cirkel in de richting van het doel te spelen.
Als de intentie van de speler duidelijk was dat de speler een doelpunt wilde maken door de bal in de richting van het doel te spelen, is er ook als de bal het doel mist sprake van een ‘schot op doel’.
Zijlijn De lange grenslijn (91,40 meter) van het speelveld.
Tackle Een actie waarmee men probeert een tegenstander de bal te ontnemen.
Team Een team bestaat uit maximaal zestien personen, waarvan ten hoogste elf spelers in het veld en de overigen als wisselspelers op hun teambank.
Dit kan in de reglementen worden aangepast tot een maximum van achttien spelers.
INDEX
straf voor verdediger bij overtreding
geen opzet opzet doel­punt voor­komen
tegen speler zonder bal­bezit of moge­lijk­heid bal te spelen tegen speler met bal­bezit of moge­lijk­heid bal te spelen
cirkel straf­corner straf­corner straf­bal straf­bal
23 meter vrije slag straf­corner
overig vrije slag
straf op overtreding tijdens strafcorner
opnieuw nemen

aangever niet met één voet buiten het veld

verdediger te vroeg over middenlijn

speler achter middenlijn +
opnieuw nemen

schijnbeweging aangever

te vroeg in cirkel: verdediger, doelverdediger of aanvaller

vrije slag verdediging andere overtreding aanvaller
slagen toegestaan
push slag flick scoop sleep
vrije slag ja niet hoog ja ja ?
aan­ge­ven
straf­cor­ner
niet hoog niet hoog nee nee ?
straf­bal ja nee ja ja nee